Kritiek op reclame

Dit is een vrije vertaling van het artikel op de Engelstalige Wikipedia, beschikbaar onder de Creative Commons Attribution-ShareAlike License. Dit is een werk in uitvoering.

stopubReclame is een vorm van communicatie met de bedoeling een publiek over te halen om producten of diensten te kopen. Reclame kan worden gezien als noodzakelijk voor economische groei, maar het is niet zonder sociale kosten. Ongevraagde commerciële email en andere vormen van spam zijn zo alomtegenwoordig dat ze grote hinder veroorzaken voor gebruikers van deze diensten, daarnaast is het ook een kostenpost voor internetproviders (waardoor internet dus duurder uitkomt voor internetgebruikers). Reclame dringt meer en meer de publieke ruimte binnen zoals scholen, sommige critici argumenteren dat dit een vorm van kinderexploitatie is. Reclame gebruikt vaak een psychologische druk (bijvoorbeeld door gevoelens van onbekwaamheid op te roepen) op de beoogde consument, hetgeen schadelijk kan zijn.

Hyper-commercialisering

Kritiek op reclame is gelinkt aan mediakritiek en vaak omruilbaar. Critici verwijzen vaak naar de volgende aspecten van reclame:

  • audiovisuële aspecten (cluttering van publieke ruimtes en de ether)
  • milieu-aspecten (vervuiling, te grote verpakkingen, toenemende consumptie)
  • politieke aspecten (afhankelijk van media, free speech, censuur)
  • financiële aspecten (kosten)
  • ethische, morele en sociale aspecten (onderbewuste beïnvloeding, inbraak van privacy, toenemende consumptie en afval, doelgroepen, bepaalde producten, eerlijkheid).

Met de toename van reclame in de moderne maatschappij is er ook toenemende kritiek. Advertenties nemen steeds meer publieke ruimte in beslag en dringen de privésfeer binnen van mensen. Volgens Georg Franck wordt het “moeilijker om reclame en media te ontwijken. Publieke ruimte wordt in toenemende mate omgetoverd in een gigantische billboard voor allerlei producten. De estethische en politieke consequenties zijn nog niet te voorzien.”[3] Hanno Rauterberg in Die Zeit noemt reclame een nieuwe vorm van dictatuur waaraan je niet kunt ontsnappen.[4]

Ad creep zegt, “Er is reclame op scholen, luchthavens, bij de doktor, in bioscopen, ziekenhuizen, tankstations, liften, winkels, op internet, op fruit, op geldautomaten, op afvalbakken en nog veel meer plekken. Er is reclame in het zand op het strand en muren van WC’s”[5] “Een van de ironieën van reclame in onze tijd is dat het met de toename van de commercialisering het moeilijker wordt om voor één specifieke adverteerder om te slagen, waardoor de adverteerder nóg méér moeite gaat doen.”[6] Binnen tien jaar is reclame op radios toegenomen tot bijna 18 à 19 minuten per uur, op prime-time TV was de standaard tot 1982 niet meer dan 9,5 minuten per uur. Vandaag is dat tussen 14 en 17 minuten. Met de introductie van de kortere 15-seconden spot is het totale aantal advertenties nog meer toegenomen. Reclame wordt niet alleen in breaks geplaatst, maar tijdens de match zelf bij sportuitzendingen. Reclame overspoelt het internet, een gigantische groeimarkt.

Andere groeimarkten zijn product placements in amusementsprogramma’s en films, waar het standaard gebruik is geworden. Daarnaast is er ook virtuele reclame waarbij producten naderhand in herhalingen worden geplaatst. Product billboards worden virtueel toegevoegd in Major League Baseball uitzendingen en op dezelfde manier worden virtuële straat banners of logos geprojecteerd op ingangen en trottoirs, bijvoorbeeld tijdens de aankomst van celebrities bij de 2001 Grammy Awards. Reclame gaat vooraf aan getoonde films in bioscopen, waaronder kwistige ‘film shorts’ geproduceerd door bedrijven zoals Microsoft en DaimlerChrysler. “De grootste reclamebureaus zijn coproducteurs van de grootste mediabedrijven”,[7] en produceren Infomercials die op entertainment lijken.

Tegenstanders stellen de groei aan reclame gelijk met een tsunami en beperkingen met het dammen van de stroom. Kalle Lasn, een van de meeste uitgesproken critici van reclame, beschouwt reclame als “de meest voorkomende en giftige vorm van geestelijke verontreiniging. Vanaf het moment in de morgen dat je radioalarm klinkt tot de kleine uurtjes van de nachtelijke TV

From the moment your radio alarm sounds in the morning to the wee hours of late-night TV microjolts of commerciële vervuiling overspoelen je hersenen met een frequentie van rond de 3,000 marketing berichten per dag. Elke dag worden een geschatte 12 miljard display ads, 3 miljoen radio commercials en meer dan 200,000 television commercials gedumpt in het collectieve bewustzijn van Noord Amerika”.[8] In de duur van een leven kijkt de gemiddelde Amerikaan drie jaar aan televisiereclame.[9]

Video games plaatsen producten in hun inhoud. Speciale commerciële patientenkanalen in ziekenhuizen en publieke personen met tijdelijke tattoeages. Een methode die niet herkend wordt als reclame is het zogenaamde ‘’guerrilla marketing’’, waarbij een hype over een nieuw product wordt gecreëerd in het doelpubliek. Amerikaanse steden met gebrek aan geld bieden ruimte op politieauto’s aan voor advertenties.[10] Bedrijven kopen de namen van stadiums voor reclame. Het Hamburgse voetbalstadium Volkspark werd eerst de AOL Arena en daarna de HSH Nordbank Arena. Het Stuttgart Neckarstadion werd de Mercedes-Benz Arena, het Dortmund Westfalenstadion is nu het Signal Iduna Park. Het voormalige SkyDome in Toronto werd tot Rogers Centre gedoopt.

Complete metrostations in Berlijn worden heringericht als productiehallen en exclusief geleased aan één bedrijf.  Düsseldorf heeft avontuurlijke “multi-sensorial” haltes uitgerust met luidsprekers en systemen die de geur van schoonmaakmiddel verspreiden. Swatch heeft beamers gebruikt om berichten op de Berlijnse Fernsehturm te tonen, hetgeen beboet is omdat het zonder toestemmig is gebeurd. Het breken van de wet was deel van het plan en zorgde voor extra promotie. Christopher Lasch stelt dat reclame leidt tot een algehele toenamen van consumptie in de maatschappij; “Reclame dient per se tot het promoten van producten, meer tot het promoten van consumptie als een way of life.”[11]